Alle Belgische kerncentrales beantwoorden aan de geldende veiligheidsvereisten zoals gedefinieerd door de geldende Belgische wetgeving

Onze reactie op beweringen dat onze kerncentrales niet bestand zouden zijn tegen inslag van bepaalde types vliegtuigen.
25/06/2020  - Doel  - Tihange


De mediaberichtgeving waarnaar we verwijzen, kwam er naar aanleiding van de publicatie van het Koninklijk Besluit van 19 februari 2020, dat de WENRA-referentieniveaus van 2014 omzet in Belgische wetgeving. WENRA is de West-Europese vereniging van Nucleaire Veiligheidsautoriteiten en telt de Belgische regulator FANC onder haar leden. In september 2014 publiceerde WENRA nieuwe veiligheidsrichtlijnen (“reference levels” of referentieniveaus) voor de Europese kerncentrales, op basis van de lessen getrokken uit de kernramp van Fukushima. Deze referentieniveaus hebben betrekking op de bescherming van kerncentrales tegen externe gebeurtenissen, zoals zware aardbevingen of overstromingen, die meerdere centrales tegelijk kunnen treffen. Ter herinnering: uit de stresstests bleek dat de Belgische kerncentrales tot de meest robuuste van Europa behoren.

Het grootste deel van de verbeteringen die WENRA in 2014 voorstelde is al uitgevoerd in de Belgische kerncentrales, via de actieplannen die Electrabel uitrolde in het kader van de Belgische stresstests en de uitbatingsverlenging van Doel 1 en 2 en Tihange 1. Onze kerncentrales voldoen dus aan de nieuwe WENRA-referentieniveaus.

Het nieuwe K.B. omvat verder ook enkele nieuwe, specifiek Belgische voorschriften, o.a. met betrekking tot de bescherming tegen vliegtuiginslag. Deze nieuwe vereisten zijn enkel van toepassing op kerncentrales die een nieuwe verlenging van hun uitbatingsvergunning krijgen. Het nieuwe K.B. heeft dus geen impact op de huidige uitbatingsvergunning van de Belgische kerncentrales. Als verantwoordelijke uitbater ziet Electrabel erop toe dat haar kerncentrales altijd beantwoorden aan de wettelijke veiligheidsvoorschriften en aan de eisen van het FANC.

Specifiek wat de weerstand tegen vliegtuiginslag betreft van de centrales, is het zo dat het type vliegtuig dat bij ontwerp in rekening werd genomen, verschillend kan zijn per centrale. Dit rekening houdend met het type vliegtuig dat bij het ontwerp van de centrale beschouwd werd als courant. Bovendien werd van bij het begin rekening gehouden met bepaalde specifieke contexten van de site in kwestie, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid in de buurt van militaire luchthavens. Essentie van het verhaal is dat elke centrale, in alle omstandigheden, in een veilige toestand moet kunnen worden gebracht en de koeling gegarandeerd moet blijven. Dankzij hun dubbelwandige reactorgebouwen en uitgebreide, redundante veiligheidssystemen én de bijkomende investeringen die Electrabel heeft uitgevoerd in het kader van de Belgische stresstesten (zoals bijvoorbeeld het voorzien van mobiele koelsystemen, aankoop van brandweerinstallaties specifiek om kerosinebranden te controleren, …) is dit voor alle Belgische kerncentrales het geval. Dit geldt ook bij inslag van wat momenteel als een courant civiel en militair vliegtuig wordt beschouwd. Er bestaan boven onze nucleaire sites ook overvliegrestricties en het gedrag van vliegtuigen in de ruime omgeving van de centrales wordt opgevolgd.

Verdere detailstudies en besprekingen met het FANC zijn lopende om te bepalen in welke mate de weerstand van de kerncentrales tegen inslag van de te beschouwen types vliegtuigen nog verder verbeterd kan worden indien bepaalde kerncentrales een uitbatingsverlenging zouden krijgen na 2025.

Meer details over de te beschouwen types van vliegtuigen hebben rechtstreeks betrekking op de nucleaire veiligheid en zijn, wettelijk gezien, dan ook vertrouwelijk.

Persdienst ENGIE Electrabel