Wat met radioactief afval?
Radioactief afval wordt ingedeeld in 3 categorieën: afval van categorie A, B of C. De indeling gebeurt vooral op basis van de soort en de intensiteit van de ioniserende straling.
- Cat. A: laag- en middelactief afval met een korte levensduur (werkkledij, handschoenen, veiligheidsschoenen, maskers, laboratoriumafval, enz.)
- Cat. B: laag- en middelactief afval met een lange levensduur (restproducten van de verwerking van splijtstof, filters uit het primaire circuit, enz.)
- Cat. C: hoogactief afval (bestraalde splijtstof)
Meer informatie over de verschillende types radioactief afval vind je op de website van NIRAS, de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen.
Wie houdt radioactief afval bij?
In België staan NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen) en haar dochteronderneming Belgoprocess in voor het beheer van het radioactieve afval afkomstig van kerncentrales, industriële en medische toepassingen en onderzoekscentra. Het beheer is erop gericht het afval te isoleren van het milieu tot zijn radioactiviteit door natuurlijk verval gedaald is tot een voldoende laag niveau.
Bijna al het radioactief afval dat in België ontstaat, wordt dus opgeslagen in de installaties van NIRAS en Belgoprocess in Dessel. De verbruikte splijtstof afkomstig van de Belgische kerncentrales in Doel en Tihange vormt een uitzondering op deze regel. In afwachting van toekomstige politieke beslissingen over hun verwerking of definitieve opslag wordt dit tijdelijk opgeslagen in daarvoor voorziene gebouwen en containers op de sites van die centrales zelf.
Waarom kan de hoeveelheid hoogactief afval niet beperkt worden?
Tijdens het productieproces wordt het in de splijtstofelementen aanwezige uranium-235 gespleten. Daarbij komt een enorme hoeveelheid warmte vrij. Na 3 à 4 jaar in de reactorkern is een element uitgeput, wat betekent dat alle bruikbare energie eruit verdwenen is. Deze verbruikte splijtstofelementen worden onder water afgekoeld en nadien afgevoerd naar een opslaggebouw dat zich op de sites van de kerncentrales bevindt. Dit in afwachting van een politieke beslissing.
Hoe de hoeveelheid middel- en laagactief afval beperken?
Electrabel beschikt over een aantal eigen installaties die het mogelijk maken om zelf een groot deel van de afvalstoffen te behandelen. In specifieke installaties worden laag- en middelradioactief, vloeibaar en vast afval verwerkt. Waterfilters, laagradioactieve harsen en slib worden in speciale afvalvaten met beton gemengd. Het afval vormt op die manier één geheel met het beton. Deze wijze van immobilisatie van afval noemt men ook ‘conditionering’. De vaten worden tijdelijk op de sites van de kerncentrales opgeslagen vooraleer te worden overgebracht naar Belgoprocess (dochteronderneming van NIRAS).
Het vast persbaar afval wordt samengedrukt en voor verdere verwerking naar Belgoprocess afgevoerd. Versnipperen is een andere mogelijkheid. Dan wordt het afval in een speciaal uitgeruste verbrandingsoven bij Belgoprocess verbrand. Vloeibaar laagactief afval wordt indien mogelijk behandeld en opnieuw gebruikt, geloosd na behandeling of geconditioneerd door indamping voor verdere verwerking. Het beperken van de hoeveelheid laag- en middelradioactief afval, onder meer door preventie en recyclage, is een permanente doelstelling.
Hoeveel radioactief afval wordt er geproduceerd?
Het totale volume kernafval, inclusief stralingsbeschermende verpakking, die alle producenten genereren en voorzien voor de toekomst bedraagt 160 000m³, of 43 olympische zwembaden. Het aandeel hoogradioactief afval bedraagt slechts 1,75%. (Bron: Jaarverslag NIRAS 2021, situatie op 31/12/2021, Cat A volume geconditioneerd in monolieten, Cat B & C volumes incl. primaire verpakking.)
Hoe wordt radioactief afval definitief geborgen?
Kortlevend afval is goed voor 90 % van het totale volume van radioactief afval. Dit afval bestaat onder meer uit schoenbekledingen en kledij, schoonmaakmateriaal zoals vodden en dweilen, reststoffen uit behandeld reactorwater, filters, harsen, etc. De radioactiviteit van dit afval neemt af met de tijd, en daalt met 50 % om de 30 jaar. Voor dit kortlevend afval is oppervlakteberging voorzien. Hierbij worden de vaten voor tijdelijke opslag ingekapseld in een betonnen container, die op zijn beurt onder de grond ingekapseld wordt in een betonnen laag.
Langlevend hoogradioactief afval bestaat vooral uit verbruikte splijtstofelementen. Dit afval geeft veel warmte af en moet gedurende tienduizenden jaren worden ingesloten tot de radioactiviteit is teruggevallen tot het niveau van de natuurlijke achtergrondstraling. Dit type van afval vertegenwoordigt slechts 1 % van het totale volume radioactief afval in België. Al vele jaren wordt de berging van dit soort afval bestudeerd waarbij verschillende mogelijkheden tegenover elkaar worden afgewogen. Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK·CEN) voert al sinds 1973 uitvoerig onderzoek naar de Boomse kleilaag onder zijn terreinen, die in aanmerking komen voor ‘diepe berging’. Zij onderzoeken of dit veilig en haalbaar is en gebruiken daarvoor een bijzonder instrument: een ondergronds labo dat is uitgegraven in die klei op zo’n 225 meter diepte. Deze manier van bergen is eveneens de oplossing die internationaal wordt aanbevolen door het Internationaal Atoomenergieagentschap, een autonome organisatie van de Verenigde Naties. In België dient echter nog de finale politieke beslissing genomen te worden. In de tussentijd stockeert Electrabel, in alle veiligheid, de gebruikte splijtstof in speciaal daarvoor bedoelde containers en installaties op de sites van Doel en Tihange.
Wat gebeurt er als de kerncentrales afgebroken worden?
98% van al het materiaal dat vrijkomt bij de ontmanteling van de kerncentrales is niet-radioactief, of conventioneel, afval dat maximaal gerecycleerd zal worden.
Radioactief materiaal wordt zoveel mogelijk behandeld en gedecontamineerd, volgens strikte normen, waardoor de hoeveelheid radioactiviteit maximaal beperkt wordt. De overige 2% bestaat dan ook hoofdzakelijk uit Categorie A-afval dat overgedragen zal worden aan NIRAS. Zij zullen dit afval op de site van Belgoprocess conditioneren en verpakken in grote blokken beton (monolieten). Vervolgens worden de monolieten ondergebracht in de oppervlakteberging. Hoogstralende interne onderdelen van de reactor zullen als Categorie B-afval in speciaal hiervoor ontworpen containers overgebracht worden naar de tijdelijke opslag op de sites in afwachting van de finale diepe berging door NIRAS.