Nieuw gebouw voor de tijdelijke opslag van verbruikte splijtstof in Doel en Tihange
Er is op dit moment in België nog geen finale politieke beslissing genomen over wat er op lange termijn met de verbruikte splijtstofelementen moet gebeuren. Bijgevolg kan de Nationale Instelling voor Radioactieve Afval en verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) de komende decennia nog geen definitieve bergingsfaciliteit ter beschikking stellen. Daarom worden de splijtstofelementen ondertussen op de sites zelf tijdelijk opgeslagen in veilige containers.
Momenteel zijn er op de sites van de kerncentrale van Tihange en Doel al gebouwen aanwezig waarin verbruikte splijtstof veilig wordt opgeslagen. De bezetting van de huidige opslagcapaciteit nadert echter de limiet. Als de huidige opslaggebouwen vol zitten, kunnen er geen nieuwe splijtstofelementen meer gestockeerd worden. Als dit het geval is, kan er, na de stopzetting van de kerncentrales, niet gestart worden met de ontmanteling. Dit betekent dus dat er bijkomende veilige tussentijdse opslagmogelijkheden nodig zijn voor de verbruikte splijtstofelementen.
Info SF² Doel Info SF² Tihange
Wat gebeurt met verbruikte splijtstofelementen?
Na 3 tot 4 jaar in de reactorkern is de energie uit een splijtstofelement opgebruikt en wordt het uit de reactorkern verwijderd. Deze verbruikte splijtstofelementen bevatten nog veel warmte en geven straling af. Om af te koelen worden ze gedurende een periode van 5 tot 10 jaar in een waterbekken in een versterkt gebouw van de kerncentrale geplaatst.
Natte en droge stockage
In de kerncentrale van Tihange verhuizen de elementen nadien naar een ander, daarvoor ontworpen gebouw waar ze ook onder water worden opgeslagen. De zogenaamde “natte opslag”.
In Doel is er reeds eerder gekozen voor de zogenaamde “droge opslag”. Na afkoeling in het eerste waterbekken verhuizen de elementen naar sterke, speciaal daarvoor ontworpen containers, die nadien in een gebouw worden opgeslagen: het zogenaamde splijtstofcontainergebouw. Dit gebouw is al sinds 1995, in alle veiligheid, in gebruik.
Electrabel heeft met beide opslagmogelijkheden (droge opslag in Doel en natte opslag in Tihange) positieve ervaringen. Internationale ervaringsuitwisseling geeft aan dat beide opslagmogelijkheden voldoen aan de nodige nucleaire veiligheidsvereisten. Ook in andere landen worden beide opslagtypes gebruikt, in functie van de lokale noden en behoeften.
Na verscheidene analyses over de bijkomende opslagcapaciteit heeft Electrabel gekozen voor een opslaginstallatie van het droge type. Dit type van opslag biedt namelijk meer flexibiliteit. Bij “droge opslag” wordt de verbruikte splijtstof gestockeerd in containers met een tweeledig doel. De containers hebben namelijk een vergunning voor zowel (tussentijdse) opslag alsook voor transport (binnen en buiten de site) in het kader van een latere definitieve berging van de splijtstofelementen.
Nucleaire veiligheid is topprioriteit
Nucleaire veiligheid is voor Electrabel dé absolute prioriteit! Om de nucleaire veiligheid te garanderen bij de opslag van de verbruikte splijtstof, zijn er verschillende barrières die de splijtstof moet beschermen tegen externe gebeurtenissen.
De belangrijkste bescherming is de container waarin de verbruikte splijtstofelementen opgeslagen zitten. Deze is bestand tegen interne en externe risico’s zoals vocht, corrosie, brand, explosies, aardbevingen en zelfs de impact van een vliegtuiginslag. Ook wordt de insluiting van het radioactief materiaal onder alle omstandigheden gegarandeerd. Naast de container zorgt het gebouw ook voor een bijkomende barrière en radiologische afscherming. Het gebouw is onder andere bestand tegen extreme natuurverschijnselen zoals aardbevingen.
Het nieuwe opslaggebouw op de site van de kerncentrale van Tihange is afgewerkt en wordt in 2025 in gebruik genomen. Voor de kerncentrale van Doel zijn de bouwwerken gestart in 2021, met als doel het nieuwe gebouw in 2025 in gebruik te nemen.
De gebouwen zijn voorzien op een opslagperiode van 80 jaar. Dit werd besproken met en goedgekeurd door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). Hoelang de containers er effectief zullen staan, hangt af van de beslissing die de Belgische overheid nog dient te maken met betrekking tot het definitieve bergingsconcept voor dit afval in België en de effectieve bouw en indienststelling van die definitieve berging door NIRAS.
Op basis van de huidige inzichten gaan we ervan uit dat na een periode van 80 jaar een andere locatie beschikbaar zal zijn voor de definitieve opslag of berging van de verbruikte splijtstofelementen.
Het gebouw
Het nieuwe tussentijds opslaggebouw kreeg de naam SF² (Spent Fuel Storage Facility) en ziet er in grote lijnen hetzelfde uit dan het reeds bestaande gebouw op de site van de kerncentrale van Doel.
Het gebouw op de sites van de kerncentrale van Doel en Tihange, bestaat uit een behandelingshal en een opslagruimte. De opslagruimte is 90m lang, 36 meter breed en 23 meter hoog. In het ontwerp zijn er 108 posities voorzien wat gelijk is aan 18 rijen met telkens 6 plaatsen. 11 plaatsen blijven vrij om in alle situaties verplaatsingen van containers mogelijk te maken. Dit wil zeggen dat er 97 containers in het nieuwe gebouw geplaatst kunnen worden.
De containers hebben een diameter van ongeveer 2,5 meter, zijn tot 6 meter hoog en wegen leeg ongeveer 100 ton. In één container kunnen er tot 24 splijtstofelementen worden opslagen.
De verbruikte splijtstof blijft nog een lange tijd warm. Het nieuwe gebouw krijgt – net als het huidige gebouw in Doel – een ontwerp dat gebruik maakt van passieve ventilatie, d.w.z. zonder ventilatoren, om deze warmte af te voeren. Zo is de koeling altijd gegarandeerd.
Het gebouw is niet alleen bestand tegen uitzonderlijke natuurverschijnselen zoals aardbevingen, ook met de verwachte stijging van de zeespiegel is rekening gehouden.
Op zich is een gebouw overbodig voor de bescherming van de containers. Ze zijn zodanig ontworpen dat ze op zichzelf instaan voor de beveiliging van de verbruikte splijtstof. In heel wat kerncentrales, zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, staan de containers op de sites gewoon in open lucht maar in België kiezen we voor een nog sterker veiligheidsconcept.
Hoeveelheden verbruikte splijtstof
90% van het totaal radioactief afval in België is laagradioactief. Hierbij gaat het dan over afval met een korte levensduur zoals handschoenen, werkkledij, maskers, etc. Slechts 1% van het totaal radioactief afval is hoogactief en afkomstig van de splijtstof van de kerncentrales van Doel en Tihange. Dit hoogactief afval bevat 95% van de totale radioactiviteit van het totaal Belgisch radioactief afval.
De jaarlijkse hoeveelheid verbruikte splijtstof geproduceerd in de kerncentrale van Doel en Tihange komt ongeveer overeen 20 ton per reactor per jaar. Voor alle kerncentrales samen betekent dit 5 gram per inwoner van België per jaar.
Het geproduceerde afval is één van de nevenproducten van elektriciteitsvoorziening door kernenergie. Wat dit afval betreft, is het zo dat dit om producten gaat die technisch gezien veilig te behandelen en op een gecontroleerde manier, op lange termijn te bergen zijn.